Met basisbereikbaarheid naar betere mobiliteit

Door Ben Weyts op 21 juli 2018, over deze onderwerpen: Lokale overheid, Mobiliteit, Openbaar vervoer, De Lijn, Verandering
De Lijn

Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts herschrijft het Mobiliteitsdecreet om de weg vrij te maken voor basisbereikbaarheid en zo De Lijn voor te bereiden op 2020. De oude politiek van blind aanbod wordt ingeruild voor een vraaggestuurd model mee bepaald door de lokale besturen.

Beter bedrijf

Sinds het decreet Basismobiliteit uit 2001 werd het openbaar vervoer in Vlaanderen gekenmerkt door een blinde aanbodpolitiek: elke Vlaming moest op maximaal 750 meter van de eigen voordeur een halte van De Lijn hebben. Gevolg: veel nutteloze haltes, veel lege bussen en enorme kosten voor de Vlaamse belastingbetaler.

De huidige Vlaamse Regering heeft van bij haar start De Lijn financieel gezond gemaakt. Zo werd De Lijn ook klaargestoomd om in 2020 de vergelijking te doorstaan met private bedrijven, zoals Europa voorschrijft.

Gelaagd model met vervoerregio’s

Het aanbod van De Lijn wordt opgedeeld in drie lagen: een ‘kernnet’ met voor- en interstedelijke verbindingen, een aanvullend net met verbindingen naar buitenwijken en kleinere kernen, en tot slot vervoer op maat via lokale of private initiatieven (zoals belbussen).

Om het aanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de vraag worden de lokale besturen voor het eerst betrokken. “Burgemeesters en schepenen krijgen veel opmerkingen over het openbaar vervoer, maar tot nu toe hadden ze er weinig tot niets over te zeggen. Terwijl net zij dikwijls het beste weten waar de lokale vervoersnoden en -kansen liggen”, zegt Weyts.

Daarom wordt Vlaanderen ingedeeld in vijftien vervoerregio's. Elke vervoerregio krijgt een vervoerregioraad waarin de lokale besturen op structurele basis samenzitten met alle mobiliteitsspelers. In een heus mobiliteitsplan zal die raad de verschillende vervoersmodi en de cruciale mobi-punten waar ze samenkomen, uittekenen. Een slimme tarief- en ticketintegratie, gecoördineerd door een Vlaamse mobiliteitscentrale, maakt het overstappen makkelijk.

Combimobiliteit

Daarnaast wil Weyts meer bussen en trams daar waar de vraag het grootst is. Het aanbod van De Lijn wordt ook uitgebreid met deelfietsen door de overname van Blue Bike. Weyts investeert bovendien in 8.000 fietsparkeerplaatsen en 6.000 parkeerplaatsen voor wagens op combiparkings rond Brussel, Gent en Antwerpen. Zo kan er vlot worden overgestapt van de wagen naar andere vervoersmodi zoals fiets of openbaar vervoer. Tot slot wil Weyts het aanbod voor de reiziger ook uitbreiden met busverbindingen tussen centrumsteden verzorgd door private busmaatschappijen.

De plannen van minister Weyts kregen groen licht van de Vlaamse Regering. Het is de eerste stap richting een fundamentele herziening van het Vlaamse mobiliteitsbeleid.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is